In de Wet op de Ondernemingsraden, artikel 6, lid 2 en 3, staat dat personen die gedurende ten minste 3 maanden in de onderneming werkzaam zijn geweest kiesgerechtigd en verkiesbaar zijn. Eerder was dat 6 maanden (kiesgerechtigd) en 12 maanden (verkiesbaar). Begin 2022 is dat aangepast naar allebei 3 maanden.
Dan staat ook in artikel 1, lid 2 van de Wet op de Ondernemingsraden wat onder ‘in de onderneming werkzame personen’ wordt verstaan. Dat zijn: degenen die in de onderneming werkzaam zijn krachtens een publiekrechtelijke aanstelling bij dan wel krachtens een arbeidsovereenkomst met de ondernemer die de onderneming in stand houdt.
Dat betekent dat iedereen die een arbeidsovereenkomst heeft én die langer dan 3 maanden in dienst is geweest op de verkiezingsdatum zich kandidaat mag stellen en/of mag stemmen. Er mag daarbij inderdaad geen onderscheid worden gemaakt tussen fulltime of parttime dienstverbanden. Ook maakt het niet uit of het vaste of tijdelijke contracten zijn.
Op basis van de definitie hierboven zouden uitzendkrachten niet kunnen stemmen of zich kandidaat stellen voor de OR, zij hebben geen arbeidsovereenkomst. Als uitzendkrachten wat langer in de organisatie werken hebben ze ook expertise opgedaan over wat er in de praktijk van belang is. Een ook voor deze groep is het belangrijk om vertegenwoordigd te kunnen zijn in de OR. Dat is de achtergrond van artikel 1, lid 3 in de Wet op de Ondernemingsraden: Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt onder in de onderneming werkzame personen mede verstaan: … degenen die in het kader van werkzaamheden van de onderneming daarin ten minste 15 maanden werkzaam zijn krachtens een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek…
Dus uitzendkrachten mogen zich na 15 + 3 maanden ook verkiesbaar stellen en stemmen voor de OR.
Van alle termijnen die genoemd staan mag de OR alleen in positieve zin afwijken. Je mag dus de drempel wel lager maken om je kandidaat te stellen of om te mogen stemmen, maar de drempel mag niet hoger worden. Als jullie de termijn van 15 + 3 maanden voor uitzendkrachten te lang vinden, mag je die korter maken. Dat moet de OR dan in zijn reglement vastleggen. Als je niets aanvullends vastlegt, dan gelden altijd de termijnen die in de Wet op de Ondernemingsraden staan. En voor de zekerheid: je kan dus niet in je reglement zetten dat uitzendkrachten pas na langere tijd of zelfs nooit actief of passief kiesgerechtigd zijn voor de OR.